donderdag 8 juli 2010

Hallo vreemde mensen in mijn gedachten

De zwerver die altijd voor de Albert Heijn in Maastricht stond,

de vrouw die na een aanrijding zwaargewond op de weg lag toen ik 7 jaar oud was en met mama aan het lunchen was op een terras,

de jonge vrouw die bij het ziekenhuis hartverscheurend huilend ter aarde stortte en opgevangen werd door een jonge man met de meest hulpeloze, wanhopige, verdrietige blik die ik ooit zag,

het mannetje met de pet uit het bejaardentehuis in Amsterdam, die altijd op het bankje in de straat zat, waar ik graag praatjes mee maakte,

De altijd in aparte creaties verkleedde vrouw met een overmatige hoeveelheid make-up die in Maastricht vaak door het centrum liep,

de mevrouw die in mijn armen uithuilde in de gang van het Radboudziekenhuis, toen ik daar in 2001 stage liep, omdat haar man zojuist was overleden,

het mannetje op het bankje bij het bejaardentehuis die vroeg Oggi pup te mogen aaien en zei dat hij daar zo gelukkig van werd en helemaal tranen in zijn ogen had van ontroering,

het meisje bij de verfwinkel dat niet alleen mijn hond maar ook mij een dikke kus gaf en zei “jij is zo lief!”,

de intens verdrietige man aan het tafeltje naast ons op een terras in Singapore, wiens vrouw hem zat te vertellen dat ze echt geen liefde meer voor hem voelde en haar besluit vast stond om weg te gaan,

de man die toen ik in het verzorgingstehuis op bezoek kwam bij mijn opa me vast klampte en zei dat hij zo blij was dat ik er eindelijk was,

de vrouw bij Albert Heijn die bij de vleeswaren-koeling vertelde dat niets haar meer smaakte sinds het heen gaan van haar zoon,

de vrouw die naast mij in het vliegtuig zat van Iran naar Nederland, die velletjes papier bevend vast had, teksten repeterend zachtjes fluisterend en uiteindelijk flauw viel,

de verwarde mevrouw bij de tandarts die vroeg of ze even van dichtbij naar mijn tenen mocht kijken omdat ze er zo schattig uit zagen in mijn slippertjes en mij vertelde dat ze hier was om haar haar te laten knippen,

de vrouw in de wachtkamer die snikkend haar zieke en oude Golden Retriever zat te aaien en zei niet jij ook nog,


Zomaar een greep,

uit de mensen die ik slechts een keer tegen kwam,

vreemden, die af en toe, zomaar, uit het niets,

opdoemen in mijn gedachten,

die daar een rondje wandelen terwijl ik mij af vraag,

hoe zou het zijn, met de vreemde man, die vreemde vrouw, dat vreemde kind?


Zomaar een greep,

uit de mensen die ik slechts een keer tegen kwam.

Er zijn er velen meer en onbewust neem ik ze mee,

om ze af en toe weer tegen te komen,

in mijn hoofd.

2 opmerkingen:

  1. Wow wat ontroerend mooi. Het is een gave als mensen zoiets intiems met jou willen delen. Hopelijk kom je in je leven net zoveel warme en bijzondere mensen tegen als jijzelf bent!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooi om die mensen te koesteren! Al is het maar in je hoofd.

    BeantwoordenVerwijderen