dinsdag 18 mei 2010

Anders is gewoon.

Hij is anders,

zo kun je zeggen,

anders dan anders,

dan jij en ik.


Maar ben ik al niet anders dan jij,

ben jij niet “gewoon anders dan ik?”

Niemand is als ik,

ben ik dan anders?

Niemand is precies als jij,

ben jij dan anders?


Wat is anders,

vraag ik mij?

Nee, ik snap “je weet toch wel wat ik bedoel” niet,

of beter gezegd, ik wil het niet snappen.


Anders is niet standaard.

Oh, niet standaard is anders.

Dan vraag ik op mijn beurt: wat is de standaard?

Dan hoor ik “nou “gewoon” “het” gemiddelde.”


Goed, boodschap begrepen,

ik zal niet flauw doen,

zal niet vragen, wat dan het gemiddelde is.


Ergens weet ik wat ze bedoelen,

maar ik kan en wil het niet zo voelen:

anders is gewoon hetzelfde,

want iedereen is anders,

niemand is hetzelfde.


Het zal wel aan mij liggen,

dat ik er niet aan wil,

maar anders om een syndroom, ziekte of handicap,

bij mij wil het er niet in.

Voor mij ben je gewoon,

dus anders.

Net als ik, net als hij, net als zij.

Doodgewoon anders.

Doodgewoon jezelf.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten